Oogarts Hans Scheenloop: ‘Via Prisma kunnen we nog veel meer voor huisartsen betekenen.’

Hans Scheenloop is als oogarts verbonden aan het Oogcentrum Gelre (Gelre Ziekenhuizen). Daarnaast is hij als specialist te raadplegen via Prisma, het kennisnetwerk waarbinnen huisartsen specialisten kunnen raadplegen met patiëntspecifieke vragen. 

“Huisartsen, stuur die vragen maar door,” zeggen jij en collega-oogarts Loes van den Borne. Hoe kwam dat zo?

‘Ik ben erg enthousiast over Prisma. Maar het kan meer. In dermatologie zien we de casussen binnenstromen. Ik doe nu een jaar mee en over die periode hebben we in de groep zo’n 100 casussen afgehandeld. Dat is dan wel in coronatijd, maar in 80% van de gevallen konden we een verwijzing voorkomen. Vandaar die oproep, we kunnen veel meer dan dit.’

Kun je een voorbeeld geven van een verwijzing die jullie via Prisma hadden kunnen ondervangen?

‘Vaak zijn het kleine klachten rondom het uitwendige oog. Een zwellinkje, afwijkingen bij het ooglid, bloeduitstortingen en dat soort dingen. Als je daar een foto van maakt kunnen wij er prima advies of uitsluitsel over geven. Vaak lossen die problemen zich vanzelf op en daarmee kunnen we huisartsen goed ontzorgen. Voor hen is het vooral fijn als twee of drie specialisten zeggen; ​“Kijk het even aan. Doe een druppeltje zus…” En voor de patiënt natuurlijk ook.’

Is het beeldmateriaal van de foto’s van goede kwaliteit, of leidt vaag beeld soms toch nog tot doorverwijzen?

De kwaliteit is redelijk tot goed, daarom kan dit ook. De komende jaren zal die beter worden. Ook complexere aandoeningen in het oog zelf kunnen dan beter vastgelegd worden. In Azië zien we op dit gebied mooie ontwikkelingen: zij maken betaalbare extensies voor op telefoons waarmee je straks goed diagnostisch beeldmateriaal in het oog zelf kunt maken. Ik kan nu niet naar congressen voor medical devices, maar zodra het mogelijk is wil ik dat echt weer doen. Dan kunnen we deals sluiten met een leverancier, zodat die apparatuur voor een paar tientjes aan te schaffen is. Dat zijn mooie vooruitzichten waarmee we eventueel nog meer verwijzingen kunnen terugdringen.’

Jullie hebben ook een neuroloog in het oogartsenteam. Hoe is dat ontstaan? 

Vincent Odekerken (resp. Neuroloog, Amsterdam UMC) kijkt mee vanuit zijn expertise en zijn deelname is echt van absolute meerwaarde. Hij let met name op oogtrillingen die vanuit de hersenen voortkomen, of op bewegingspatronen in de ogen bij kinderen en volwassenen die mogelijk op een neurologische afwijking duiden. Meestal zijn dit echt grensgevallen waarbij wij als generalisten ook twijfelen. Dus het is heel fijn als hij dan uitsluitsel kan geven.’

Welke ontwikkelingen zie je op het gebied van teleconsultatie?

Prisma is landelijk en dat zien we alleen maar groeien. Van de huisartsen die ons via Prisma raadplegen zien wij zelf geen patiënten. Die kunnen wel in Zeeuws-Vlaanderen zitten. Maar vanuit mijn eigen ziekenhuis komen ook regionale initiatieven waarbij huisartsen ons kunnen consulteren. Die patiënten zie je en volg je dan eventueel wel. Kortom: over de hele zorg proberen we elkaar steeds efficiënter te vinden. Daar gaat alles zeker op vooruit.‘

In Prisma wisselen momenteel ruim 1000 huisartsen en 160 specialisten uit 37 specialismen kennis uit via 21 teams.