Nieuws & Updates
Oogarts Loes van den Borne: ‘Vragen hoeven niet per se in een patiëntcasus worden gesteld.’
Loes van den Borne is sinds vijf jaar oogarts bij het OLVG (Santeon Ziekenhuizen). Via haar zus die radioloog is kwam ze in aanraking met Prisma. ‘In eerste instantie dacht ik – wat moeten we hiermee? Maar tijdens corona kwam er een omslag en zag ik echt: dit is de toekomst. Toen heb ik gevraagd of ik mee mocht doen en ik ben er heel gepassioneerd over. Het sluit zo goed aan op de juiste zorg op de juiste plek.’
Samen met Hans Scheenloop stuurde je ons (Siilo/Prisma) onlangs een bericht of we aandacht aan het oogheelkundige consult wilden besteden. Hoe kwam dat zo?
‘Ik werk in de regio Amsterdam en wij hebben echt een overschot aan patiënten. In Utrecht kun je als patiënt direct bij een oogarts terecht. In Amsterdam zit je met een wachttijd van zomaar drie maanden. Voor spoedgevallen hebben we altijd tijd, maar ik denk dat we de wachttijd voor reguliere verwijzingen kunnen terugdringen door kleine, minder dreigende zaken bijvoorbeeld via Prisma af te handelen. Bij dermatologie (o.a.) vliegen de casussen je om de oren. Wij krijgen er zo’n vier, vijf per week. Terwijl ik weet hoe de wachtlijsten erbij staan.’
Waar zit dat ‘em in denk je?
‘Het viel me op dat onze casussen alleen gaan over zichtbare afwijkingen: vlekjes in ogen of bultjes op oogleden. Terwijl ik verwacht had dat we ook andere vragen zouden krijgen, over verminderd zicht of pijnklachten. Nu zijn oogproblemen lastig te kwalificeren. Het oog is toch een beetje een black box voor velen, waarvan we niet weten wat er zich nu precies in afspeelt. Dat heb ik in onze groep aangekaart en zo kwamen we tot deze oproep. Ik denk dat we veel meer voor huisartsen kunnen doen, maar dan moeten zij wel natuurlijk wel weten waarvoor.’
Kun je een specifiek voorbeeld noemen van een aandoening die goed door huisartsen zelf te behandelen is?
Een specifieke casus is lastiger, maar we zien vaak patiënten met familie die een oogaandoening hebben en die dan om een erfelijkheidsonderzoek of uitsluitsel vragen. De kans dat je een oogaandoening erft is doorgaans klein. Als je het hebt merk je het namelijk direct en eerder kun je er niets tegen doen. De uitzondering op die regel is glaucoom (hoge oogdruk): als dat bij vader of moeder voorkomt heeft het wel zin om tijdig te screenen. Maar goed, in de meeste gevallen kan ik de huisarts dus prima uitleggen waarom een verwijzing geen zin heeft en dat voorkomt natuurlijk wel onnodige druk op het systeem.’
Waar zie je specifieke groeimogelijkheden voor Prisma?
‘Het lijkt me zinvol dat we stimuleren dat vragen niet alleen in een patiëntgebonden casus worden gesteld. Het mogen ook algemene vragen zijn, iets waarover een huisarts zich al langer iets afvraagt. Je mag bijvoorbeeld prima opperen of bepaalde algemene patiëntvragen het doorverwijzen wel waard zijn. Dat kan als doel hebben dat je als huisarts beter of meer onderbouwd kunt gaan verwijzen.’
‘Maar ook over bestaande en nieuwe behandelingen kun je ons raadplegen – denk aan patiënten met droge ogen. Stel de huisarts schrijft al jaren hetzelfde middel voor… het loont zich echt om ons te consulteren over de laatste ontwikkelingen en richtlijnen. Daarmee maken we huisartsengeneeskunde samen beter. We staan echt voor alle vragen open. De enige uitzondering daarop is wanneer een patiënt al onder behandeling is of is geweest. Als zij dan om een soort second opinion komen is dat lastig, omdat we de context niet kennen.’
Wil je weten wat Prisma voor jou kan doen? Lees hier verder.