navigation-menu
Nieuws & Updates

Deel 2: Tijd voor het nieuwe nascholen?

Healthtech maakt tijdens de Covid crisis ineens vaart. Niet op alle gebieden, maar door social distancing en de noodzaak om de groeiende druk op de tweede lijn te bedwingen, vindt er momenteel een kleine revolutie in de zorg plaats. In communicatiestructuren vooralsnog, maar het is een welkome en interessante ontwikkeling met mogelijkheden, waaronder een nieuwe vorm van nascholen.

Een van die ontwikkelingen is het meedenkconsult. Stel: een huisarts ziet een patiënt met een complexe pathologie waar hij of zij niet direct een antwoord op heeft. Doorverwijzen naar de specialist? Het hoeft niet meer direct. Via (o.a.) Prisma van healthtech-onderneming Siilo, kan de huisarts een vraag uitzetten in een digitale groep met specialisten. Onder meer op het gebied van oncologie, cardiologie en reumatologie.

Die specialisten bekijken de casus en geven advies op een tijd die het hen uitkomt. Het resultaat? In veel gevallen kan de patiënt zonder doorverwijzing bij de huisarts behandeld worden. De enkele verwijzing die wel doorgaat, is daarmee zonder meer zinvol.

Schaalvergroting verschraalt

Hilde Royen is als internist verbonden aan Isala en is gespecialiseerd in botbreuken bij ouderen. Zij is één van de specialisten die via Prisma te consulteren is, veelal over ijzermetabolisme bij senioren. De app functioneert,’ is haar eerste conclusie, we bekijken zo’n casus met een aantal specialisten – net wie er tijd heeft – en voorkomen eigenlijk altijd dat een patiënt onnodig naar het ziekenhuis moet. Niet dat je het probleem altijd kunt oplossen, maar we komen samen wel verder.’

Maar de tool faciliteert meer,’ gaat Hilde verder. De zorg is door schaalvergroting enorm veranderd. Dat is gedaan vanuit kwaliteitsoogpunt en dat heeft ons heel veel gebracht. Maar gelijktijdig hebben we aan samenwerkingsmogelijkheden ingeboet. Kijk, voorheen zaten wij met acht internisten in een maatschap en iedereen kende iedereen. In het Isala bestaat onze maatschap inmiddels uit veertig internisten. Het probleem? We zien en spreken elkaar veel te weinig. Die strakke organisatie zorgt ervoor dat we tijd noch plaats hebben voor spontaan, intercollegiaal overleg. En dat zijn juist de gelegenheden waarbij je veel van elkaar leert.’

Virtuele koffiekamer

Hilde vertelt over een recente heidag met directe collega’s, en waar zorgen over deze ontwikkeling werd gedeeld. We moeten nu dus organiseren dat we elkaar regelmatig zien… Of een ander voorbeeld: er wordt momenteel een nieuw ziekenhuis gebouwd in Meppel en daar is maar beperkte ruimte waar professionals elkaar kunnen ontmoeten. 

Op Prisma vinden we elkaar. Het is onze nieuwe koffiekamer, waar we vakkennis en ontwikkelingen met elkaar delen. Typisch zaken die je op nascholing echt mist. Voorbeeld; we bespreken een patiënt. De ene specialist stelt een behandeling voor en de tweede zegt vervolgens: Maar drie keer per dag toedienen is al verlaten… Wat? Dan volgt er discussie, en wat later zoeken we de wetenschappelijke artikelen erbij en delen die online.’ 

Dat doe je tijdens nascholing nooit. Misschien heb je weleens discussie, maar zelden dat we achteraf wetenschappelijk literatuur delen. Eigenlijk wordt op nascholing meestal binnen het kader van de richtlijn gesproken, terwijl de echt moeilijke gevallen juist in dat schemergebied vallen. In een service als Prisma zit je samen met huisartsen èn specialisten continu in een bijzondere casusbespreking. Je luistert, je discussieert en achteraf lever of krijg je de nieuwste artikelen erbij. Je leert elkaar ook handigheidjes, en zo doen wij of ik dat.”’

Niet te missen kans

Je doet dus kennis op in de breedte van het vak, van vakgenoten die je anders nooit ziet. Er is kruisbestuiving en we houden elkaar over en weer scherp door studies aan te leveren,’ benadrukt Hilde. Dat klinkt haast als een niet te missen kans voor een nascholingsprogramma. Als huisartsen en specialisten een aantal uur per week actief kennisdelen – zoals het geval blijkt te zijn – waarom kennen we aan services die meedenkconsulten faciliteren geen accreditatiepunten toe?

Ik heb die discussie wel eens aangeslingerd over de medische databank UpToDate, waar veel van ons wekelijks behoorlijk wat tijd doorbrengen. Toen was het antwoord van de beroepsvereniging; Wij kunnen niet controleren of je tijdens de door het systeem geregistreerde tijd werkelijk aanwezig was…” Dat is enerzijds een lastig verhaal. Maar het is bij medische congressen niet anders. Als ik me s ochtends en s avonds laat registreren kan ik ook de rest van de dag in het café gaan zitten. Waarom daar wel vertrouwen in mij hebben, maar zodra ik online ga niet? Mijn punt is: wij verzaken onze plichten niet. Omdat we ons vak serieus nemen en met en van collega’s willen leren. En bij Prisma kun je wel degelijk nagaan of je je actief met een casus bemoeit.’

Georganiseerd wantrouwen?

Volgens Hilde is het de tweede natuur van artsen en specialisten om kennis uit te wisselen. Veel kennisdelers op Prisma doen dat voor dag en dauw of in de late uren: omdat we dat leuk vinden, met een hoofdletter L. Je kunt in Nederland ook niet hoger opgeleid zijn dan als Medisch Specialist. We zijn gekwalificeerd en hebben een intensief leertraject van minstens vijftien jaar achter de rug. Vanwaar die drang om ons zo strikt te willen controleren?’ 

Een interessante insteek. Sukkelen we wellicht nog achter het analoge gedachtegoed van toetsen en controleren aan, terwijl steeds meer lesstof digitaal wordt aangeboden? Hoe lang is dat nog houdbaar? Zeker nu dit jaar naar verwachting veel meer nascholingssessies online plaatsvinden. Die trend houd je niet meer tegen. 

Dat speelt natuurlijk mee,’ zegt Hilde. Veel is nog oud-denken, zoals we vroeger ook veel hiërarchischer werkten. Maar dit wordt langzaam beter. Laatst plaatste ik bijvoorbeeld een patiëntcasus in Prisma – ik en mijn team kwamen er gewoonweg niet uit – en dat vonden de huisartsen geweldig: een specialist die het ook even niet weet! De bestbezochte casus ooit! Wat ik bedoel te zeggen: oude, lineaire structuren breken af. En het is inderdaad tijd om daar actief mee aan de slag te gaan en dat we ons openstellen voor nieuwe manieren van leren.

H Roijen goede foto
Veel kennisdelers op Prisma doen dat voor dag en dauw of in de late uren: omdat we dat leuk vinden, met een hoofdletter L.’
Hilde Royen, internist bij Isala